Docentenhandleiding

Doelgroep en (didactische) doelstellingen

De doelgroep voor deze webquest is jaar 1/2 VMBO (TL). De opdrachten zijn toegankelijk en laagdrempelig. Zij hebben weinig voorkennis nodig voor deze webquest. Bijna elke leerling heeft de Tweede Wereldoorlog wel summier behandeld op de basisschool.

Opdracht 1 heeft als doelstelling om een breder kader te creĆ«ren voor leerlingen. Als je direct met Anne Frank begint moet je jezelf afvragen of leerlingen enige historische kennis hebben waarin zich dit afspeelde. Naar mijn mening is het bij deze doelgroep van belang dat zij dit bredere kader nodig hebben om het juiste historische besef te ontwikkelen.  Leerlingen vinden het leuk om video te gebruiken. Vandaar geen lappen tekst, maar een video bij deze opdracht. Leerlingen leren vooral als zij meerdere zaken combineren: kijken, analyseren en toepassen. Dit is vanuit de literatuur een kundige manier gebleken.

Opdracht 2 heeft als doelstelling om eerst de algemene situatie van Anne Frank te schetsen. Dat betekent dus dat je niet gelijk begint met het Achterhuis, maar dat je een stukje voorgeschiedenis behandeld. Ik heb de leerlingen 1 bron aangereikt die ze als startpunt kunnen gebruiken. Zij gaan in eigen woorden de levensgeschiedenis opschrijven. Ik heb een aantal kernbegrippen aangereikt. Ik vind dat deze kernbegrippen van eminent belang zijn bij dit onderwerp. Op deze manier leren leerlingen wat deze begrippen precies betekenen. Daarnaast doen zij zelf ook nog onderzoek. Zij moeten zelf bronnen zoeken met informatie voor de opdracht. Dit is een beginpunt voor het doen van historisch onderzoek.Het kritisch kijken naar bronnen zou een mooie volgende stap zijn.

Opdracht 3 is een verwerkingsopdracht van alle opgedane informatie. Zij hebben zelf een kader geschetst van de gebeurtenissen. Nu bezitten zij genoeg kennis om hier hun eigen mening over te vormen. Zij kijken kritisch naar thema's als vrijheid, gelijkheid, en discriminatie. Dit wordt gekoppeld aan de actualiteit van de leerling. Dit wordt onder andere gedaan door het te koppelen aan het thema pesten. Daarom sluit deze opdracht precies aan bij de belevingswereld van de leerling.

Beoordeling opdrachten

Beoordeling opdracht 1 

  1. Waar komt Hitler vandaan? Oostenrijk
  2. Wat zegt Hitler over de joden? Zijn slecht en alle oorzaak van de problemen die er zijn.
  3. Wat voor gevolgen heeft de Duitse nederlaag in de 1e wereldoorlog? Noem minimaal 2 zaken . Duitsland wordt vernederd met Verdrag van Versailles. Dit zet kwaad bloed. Duitsland is stuurloos na de 1e wereldoorlog. Dit zorgt voor een vacuum waar Hitler graag gebruik van maakt.
  4. Hitler wordt de baas van een politieke partij. Wat wil deze partij? Alle macht, anti-joodse maatregelen, leger opbouwen, opheffen van herstelbetalingen etc.
  5. In 1929 komt er een crisis. Hierdoor komen er kansen voor Hitler om aan de macht ten komen. Leg uit waarom dit zo. Mensen zijn kwetsbaar op het moment dat het slecht gaat en zijn dan vatbaar voor iemand die gouden bergen belooft.
  6. Wat was de SA en wat deden zij? Sturmabteilung: de stormtroepen van Hitler. Zij zorgen voor terreur op de straten
  7. Waarom is 1933 een belangrijk jaar voor Hitler? Komt Hitler definitief aan de macht.

 Beoordeling opdracht 2:

De opdracht zal beoordeeld worden op:

  1. Nederlandse spelling
  2. Gebruik van de 8 woorden
  3. Minimaal 300 woorden
  4. Duidelijk overzicht van haar levensgeschiedenis
  5. Bronvermelding

Beoordeling opdracht 3:

Je wordt beoordeeld op:

  1. Nederlandse spelling
  2. Creativiteit
  3. Verwerking van de 3 verplichtte punten.

Home